Auteur: admin
Bent u huurder van een woning of bedrijfspand en wil de verhuurder u uit het pand zetten, kom dan tijdig in actie.
Ontruimingsvordering
Het kan zijn dat u als huurder te laat de huur heeft betaald. Ook kan het voorkomen dat er volgens de verhuurder overlast door u als huurder is ontstaan. Of u hebt de woning of het bedrijfspand anders gebruikt dan in de huurovereenkomst was afgesproken. Verhuurders kunnen dan een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning instellen. Dat kan grote gevolgen voor u hebben. Als de vordering wordt toegewezen, dan moet u de woning of het bedrijfspand verlaten en heeft u een groot probleem.
Bescherming huurder
Als huurder wordt u door de wetgever goed beschermd. Voor een ontbinding van de huurovereenkomst moet de verhuurder bijna altijd naar de rechter. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan een buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst plaatsvinden. Het moet dan gaan om de situatie waarin de woning door het bevoegd gezag (lees: de burgemeester) op grond van de Gemeentewet, de Woningwet of de Opiumwet is gesloten (artikel 7:231 lid 2 BW). Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als er een hennepkwekerij in de woning is ontdekt of er in drugs is gehandeld vanuit het pand. Bij zo’n gedwongen sluiting kan de verhuurder dus wel de huurovereenkomst buitengerechtelijk – zonder tussenkomst van de rechter – ontbinden. Maar ook dan is de huurder niet rechteloos. Hij kan zich ook in dat geval tegen de ontbinding en de ontruiming van de woning of het bedrijfspand verzetten. En dan moet uiteindelijk ook de rechter daarover oordelen. Snelle actie door de huurder is dan wel van belang.
Beoordeling rechter
In veruit de meeste situaties moet de verhuurder sowieso naar de rechter om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning of het bedrijfspand te bereiken. Als u als huurder bijvoorbeeld niet tijdig één of meerdere huurtermijnen heeft betaald of als u andere verplichtingen als huurder niet bent nagekomen.
Daarvan kan bijvoorbeeld sprake zijn als u volgens de verhuurder structureel (geluids)overlast voor de omgeving veroorzaakt. En ook als u activiteiten in het pand heeft laten plaatsvinden in strijd met de huurovereenkomst. De rechter zal daarover moeten oordelen. Het hangt dan van alle omstandigheden van het geval af of u dan wel of niet de woning of het bedrijfspand zult moeten verlaten.
Bijstand advocaat
Om u tegen een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en een ontruiming te verzetten doet u er verstandig aan een advocaat in te schakelen. Een advocaat kan opkomen voor uw rechten en ervoor zorgen dat alle relevante omstandigheden duidelijk aan de rechter worden voorgelegd. Het kan het verschil maken tussen op straat staan en toch in uw woning of uw bedrijfspand kunnen blijven.
Heeft u dus een brief of een dagvaarding van de verhuurder ontvangen, neem dan snel contact op met ons.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
De Nederlandse wet geeft algemene regels over de erfopvolging. Deze regels bepalen wat er met de bezittingen en eventuele schulden van iemand gebeurt wanneer hij of zij komt te overlijden. Op basis van de wet zijn echtgenoten en kinderen in beginsel erfgenaam. Dat kan anders zijn, als iemand een testament heeft gemaakt.
Als iemand een testament heeft gemaakt, geldt het testament. Het testament zet als het ware de wettelijke regels opzij. Hierdoor is het mogelijk dat je volgens de wet erfgenaam bent, maar toch niets erft.
Iemand die een testament maakt, is in principe vrij om zelf te bepalen, wat er met zijn bezittingen en schulden gebeurt. Toch geeft de wet een aantal regels, op basis waarvan u als u onterfd bent, niet met lege handen hoeft komen te staan.
Legitieme portie
Een van de regels is dat je als kind altijd aanspraak kan maken op je legitieme portie, ook als je onterfd bent. De legitieme portie is een aandeel in de waarde van de erfenis. Dat komt neer op de helft van de waarde van het erfdeel dat het onterfde kind zou hebben gekregen wanneer het kind niet zou zijn onterfd. Je kan als kind dus nooit 100% onterfd worden, zij het dat je op basis van je legitieme portie enkel aanspraak kunt maken op een bedrag in geld en dus niet op zaken die binnen de nalatenschap vallen.
Nietigheid/vernietigbaarheid testament
Daarnaast is het mogelijk om nietigheid/vernietigbaarheid van een testament te vorderen, als er aanwijzingen zijn dat degene die het testament heeft laten maken wilsonbekwaam was of er sprake was van dwaling of bedrog. De rechter zal daarbij moeten beoordelen of degene die het testament heeft laten maken in staat was om zijn of haar wil te bepalen op het moment dat het testament werd getekend. Let wel, het uitgangspunt is dat iedereen die een testament laat maken, in beginsel wilsbekwaam is. Degene die het testament wil vernietigen, zal dus moeten bewijzen dat dat in zijn of haar specifieke geval niet zo was.
Medisch dossier
Dit bewijs zal eventueel geleverd kunnen worden op basis van het medisch dossier van degene die het testament heeft laten opmaken. Dit betekent dat je zult moeten beginnen met het opvragen van het medisch dossier. Bij het opvragen van medisch dossier kun je echter stuiten op het feit dat een arts beroepsgeheim heeft en enkel informatie aan derden mag verstrekken als iemand daarvoor toestemming heeft gegeven. Toch zijn er ook in het geval er geen sprake is van deze toestemming mogelijkheden om het medisch dossier als onterfde erfgenaam te verkrijgen. Dat is namelijk het geval, wanneer je kunt aantonen dat je een zwaarwegend belang hebt om het beroepsgeheim van de arts te omzeilen. In een aparte blog zal hier nader op ingegaan worden.
Informatie over omstandigheden rondom het opmaken van het testament
Daarnaast kan het van belang zijn om informatie te verkrijgen betreffende de omstandigheden waaronder het testament is opgemaakt. Deze informatie kunt u opvragen bij de notaris die het testament heeft verleden. Ook hierbij kunt u erop stuiten dat de notaris niet bereid is om deze informatie te verstrekken en zich beroept op zijn geheimhoudingsplicht. In een aparte blog zal hier nader op ingegaan worden.
Loopt u vast? Dan kunnen wij u wellicht helpen om je legitieme portie op te eisen of de nietigheid van het testament in te roepen en/of de daarvoor benodigde informatie te verkrijgen.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Een rechtshandeling of overeenkomst kan onder bepaalde omstandigheden nietig of vernietigbaar zijn. Beide begrippen tasten de geldigheid van een rechtshandeling aan, maar hebben een andere juridische betekenis en andere gevolgen.
Nietigheid
Nietigheid betekent dat een rechtshandeling van rechtswege – automatisch en dus zonder dat daar een aparte handeling voor nodig is – ongeldig is. De wet bevat een aantal gronden voor de nietigheid van een rechtshandeling, zoals strijdigheid met de wet, de goede zeden of de openbare orde. Als de rechtshandeling nietig is en de nietigheid wordt ingeroepen (en bevestigd door de rechter), wordt die rechtshandeling geacht nooit te zijn verricht. Dat betekent dus dat als een overeenkomst nietig is, die overeenkomst geacht wordt niet te zijn gesloten. Als er al wel uitvoering aan die overeenkomst is gegeven, moet dat door partijen ongedaan worden gemaakt.
Vernietigbaarheid
Bij vernietiging is een rechtshandeling in beginsel wel geldig, maar kan deze worden aangetast. De wet geeft in een aantal gevallen de bevoegdheid om een rechtshandeling te vernietigen. Een rechtshandeling is vernietigbaar als deze door een zogenaamd ‘wilsgebrek’ tot stand is gekomen. Voorbeelden van wilsgebreken zijn: dwaling, bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden.
Let op! De mogelijkheid om een rechtshandeling te vernietigen kent – anders dan bij een beroep op nietigheid – wel een verjaringstermijn van drie jaar. De grondslag voor de vernietiging bepaalt wanneer deze driejaarstermijn voor verjaring precies begint te lopen.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Als de wilsbekwaamheid van iemand die een testament heeft gemaakt in twijfel wordt getrokken, kan het medisch dossier relevant zijn. Via dit dossier kan namelijk mogelijk bewijs worden verkregen voor het onderbouwen van de wilsonbekwaamheid in verband met het inroepen van de nietigheid van het testament.
De geheimhouding van het medisch dossier werkt echter door na overlijden van de patiënt (art. 7:457 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek; BW). Lange tijd was niet duidelijk wanneer de geheimhoudingsplicht van het medisch dossier na overlijden doorbroken kon worden. Tot 1 januari 2020 bestond er namelijk geen wettelijke regeling ten aanzien van de gerechtvaardigde doorbreking van de medische geheimhoudingsplicht in het geval dat een inmiddels overleden patiënt daarvoor geen toestemming verleend had (of zich daarover niet had uitgelaten). Reeds in 2001 heeft de Hoge Raad in haar arrest van 20 april 2001 daarom een toetsingskader ontwikkeld en uitgewerkt voor deze gevallen. Er dienden volgens de Hoge Raad dan zwaarwegende aanwijzingen te bestaan voor het gebruik van die medische gegevens. Er was sprake van zwaarwegende aanwijzingen indien er (cumulatief) voldaan was aan de volgende criteria:
1. voldoende concrete aanwijzingen;
2. dat er een ander zwaarwegend belang geschaad zou kunnen worden bij handhaving van de medische geheimhoudingsplicht.
Sinds 1 januari 2020 geldt artikel 7:458a BW, waarin de uitzonderingen staan op de geheimhouding na overlijden. Op grond van lid 1 onderdeel c van deze bepaling heeft eenieder die een zwaarwegend belang heeft recht op inzage in of afschrift van de gegevens uit het medisch dossier van een overleden patiënt, zonder dat daarvoor toestemming is gegeven, wanneer hij of zij aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.
De toelichting bij de wet geeft een aantal concrete voorbeelden van gevallen waarbij volgens de wetgever sprake is van een zwaarwegend belang. Concreet wordt hierbij het voorbeeld genoemd van de ‘vernietiging’ van het testament. Er is dan sprake van een zwaarwegend belang als de betrokkene in een (recent) testament is onterfd en er ook concrete aanwijzingen zijn om te vermoeden dat degene die het testament heeft ondertekend niet in staat was tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake ten tijde van het opmaken en verlijden van dat testament.
Als u informatie wilt uit het medisch dossier, dan richt u zich eerst tot de hulpverlener/arts die het dossier houdt (art. 7:454 BW). Het is de hulpverlener die beslist of deze de geheimhouding opzij zal zetten of niet. Als de hulpverlener meent dat er een zwaarwegend belang is, dan kan deze de informatie geven, maar alleen die informatie die noodzakelijk is om het zwaarwegend belang te behartigen. Bij betwisting van de wilsbekwaamheid verstrekt de hulpverlener dus alleen de medische gegevens die relevant kunnen zijn om de wilsbekwaamheid te beoordelen. Als de hulpverlener weigert om de geheimhouding te doorbreken, dan kunt u via de civiele rechter de informatie uit het medisch dossier vorderen. Wij kunnen u daarbij helpen.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
De notaris en zijn medewerkers zijn op grond van artikel 22 van de Wet op het Notarisambt gehouden aan een wettelijke geheimhoudingsplicht. Ook in erfrechtkwesties speelt de geheimhoudingsplicht van de notaris een rol. Na het overlijden van degene die een notariële akte bij de notaris heeft verleden, blijft de notaris immers gehouden aan zijn of haar geheimhoudingsplicht. Deze regel geldt om ervoor te zorgen dat de toevertrouwde informatie van de overledene niet zomaar gedeeld wordt met de nabestaanden en de notaris zich zal (moeten) kunnen verschonen. Toch kan het voor u relevant zijn om informatie via de notaris te verkrijgen, bijvoorbeeld als u twijfelt aan de geldigheid van het testament omdat u meent dat de overledene op het moment van het maken van het testament niet wilsbekwaam was.
De geheimhoudingsplicht van een notaris is niet absoluut. De geheimhoudingsplicht kan doorbroken worden. Zo is het in bepaalde gevallen verplicht om aan de belastingdienst, politie en justitie informatie te verstrekken over het betalingsverkeer dat via zijn rekening verloopt en heeft de notaris zelfs een meldingsplicht voor ongebruikelijke transacties ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Ook in het erfrecht zijn er mogelijkheden om toch de benodigde informatie te verkrijgen en/of de geheimhoudingsplicht te doorbreken.
Informatie over de wijze waarop en de omstandigheden waaronder een testament is verleden
De notaris heeft op basis van de wet een bijzondere zorgplicht en dient er op basis van die zorgplicht voor te waken dat iemand die een testament tekent, begrijpt wat het testament inhoudt en de inhoud ook zelf wil/wilsbekwaam is. Om dat vast te stellen is door de KNB een stappenplan ontwikkeld. Het is van belang om te weten of de notaris het stappenplan heeft gevolgd.
Daarnaast is het van belang om te weten hoe het testament tot stand is gekomen. Heeft degene die het testament heeft getekend zelf contact opgenomen met de notaris om een testament op te laten stellen of heeft een ander dat gedaan? En hoe is het concept voor het testament gestuurd? Is het per post gestuurd of per email? En naar wie is het concept verstuurd? Is het naar diegene zelf gestuurd of naar een ander? Dit zijn allemaal vragen die van belang kunnen zijn wanneer u het testament nietig zou willen laten verklaren wegens wilsonbekwaamheid.
De notaris die het testament heeft opgesteld dient, op basis zijn zorgplicht, aantekeningen te maken in zijn dossier en zou aan de hand van zijn dossier duidelijkheid moeten kunnen scheppen over de totstandkoming van het testament.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft in haar uitspraak van 28 april 2020 bevestigd dat conform vaste rechtspraak de geheimhoudingsplicht van een notaris zich in het algemeen niet uitstrekt tot de wijze waarop een notaris te werk gaat. Voor een notaris is het zeer wel mogelijk om de gang van zaken die geleid heeft tot het tot stand komen van een akte (in dit geval een akte van volmacht en een akte wijziging huwelijkse voorwaarden) en de wijze waarop hij zich een oordeel heeft gevormd over de wilsbekwaamheid van een cliënt uiteen te zetten, zonder zijn geheimhoudingsplicht te schenden. Dat betekent dat u als belanghebbende recht kunt hebben op deze informatie en dat de notaris die informatie niet zomaar mag weigeren te geven.
Informatie door derden gegeven
De geheimhoudingsplicht ziet op de informatie die door degene die het testament heeft opgemaakt is gegeven en niet op informatie die door derden is gegeven aan de notaris. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 7 december 2022 een uitspraak gedaan, waarin dit bevestigd is (C/13/724257 / KG ZA 22-906). Het hof oordeelde ten aanzien van een e-mail die in het dossier zou zitten dat het redelijkerwijs uitgesloten is dat deze e-mail te gelden heeft als door de overledene aan de notaris toevertrouwd, omdat in de procedure was komen vast te staan dat de overledene niet over een e-mailaccount beschikte. Een toelichting waarom deze e-mail desondanks onder de geheimhoudingsplicht van een notaris viel, was bovendien uitgebleven.
Voorlaatste testament
Om vast te stellen of u een (zwaarwegend) belang heeft bij vernietiging van een testament wegens wilsonbekwaamheid, is van belang of er eerder een testament is gemaakt en zo ja, wat de inhoud was van dat testament. Immers, wanneer u ook in het voorlaatste testament was onterfd, heeft het geen zin om een procedure te starten om het laatste testament nietig te verklaren. Het doel om alsnog erfgenaam te worden, zal dan immers niet worden behaald.
Of er eerder een testament opgemaakt is, zal blijken uit het uittreksel van het Centraal Testamenten Register. Dit uittreksel kunt in beginsel zelf opvragen, als u beschikt over de overlijdensakte.
De notaris die het voorlaatste testament heeft verleden, kan zich echter beroepen op zijn geheimhoudingplicht. De notaris mag immers niet aan iedereen die een afschrift van het testament vraagt zomaar een afschrift verstrekken.
Op basis van artikel 49 lid van de wet op het notarisambt geeft de notaris enkel afschriften van akten aan partijen bij de akte, aan degenen die een recht ontlenen aan de akte en aan degenen die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak hebben verloren. Aan een herroepen testament kunnen in beginsel geen rechten worden ontleend, tenzij vast komt te staan dat het later verleden testament nietig is. Hierdoor valt het voorlaatste testament onder de geheimhoudingsplicht van de notaris, zolang niet vast staat dat het later verleden testament nietig is.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 17 juni 2021 een uitspraak gedaan, waarin hij oordeelde dat de geheimhoudingsplicht van de notaris onder bijzondere omstandigheden kan worden doorbroken. In dit geval omdat er sprake was van een zwaarder wegend belang, namelijk het redelijke vermoeden van de familie dat degene die het testament had opgemaakt wilsonbekwaam was op het moment van het opstellen van het laatste testament. Hierbij is van belang dat er een begin van medisch bewijs kon worden overlegd. Was dit begin van medisch bewijs niet aanwezig, dan had de voorzieningenrechter waarschijnlijk anders geoordeeld. De inzage in het voorlaatste testament was volgens de voorzieningenrechter gerechtvaardigd om verdere procedures te voorkomen.
Overigens heeft de voorzieningenrechter hierbij overwogen dat alleen een afschrift van het voorlaatste testament hoeft te worden afgegeven als de neven en nichten ook in dit voorlaatste testament als belanghebbende zijn genoemd.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Een wenselijke trend?
Goede rechtspraak vraagt niet alleen om kundige rechters, maar ook om tijdige behandeling van zaken en voorspelbaarheid van het verloop van procedures. Rechtzoekenden moeten op tijd weten wat ze kunnen verwachten, zodat ze verder kunnen met hun leven. Verbetering van de doorlooptijden en vergroting van de voorspelbaarheid zijn daarom prioriteiten van de Rechtspraak.
Mondeling vonnis als “versneller” van de doorlooptijden
Dat is in beginsel natuurlijk een positieve ontwikkeling, want niemand wordt er vrolijk van als vonnissen steeds weer worden uitgesteld en een rechtzoekende uiteindelijk (meer dan) twee jaar moet wachten op een uitspraak van de rechter. Maar zijn de daarbij door de Rechtspraak gemaakte keuzes wel zo wenselijk en gaat het streven naar tijdige rechtspraak niet ten koste van de kwaliteit van de rechtspraak en het vertrouwen van rechtzoekenden in de Rechtspraak?
Een van de door de Rechtspraak gehanteerde “versnellers” is het zogenaamde mondelinge vonnis. Als partijen tijdens de mondelinge behandeling van de zaak geen schikking weten te treffen, kan de rechter direct mondeling uitspraak doen. Dat lijkt fijn, omdat beide partijen dan meteen weten waar ze aan toe zijn, maar in de praktijk blijkt toch vaak dat partijen hier niet op zitten te wachten en het uiteindelijk alleen maar tot frustratie leidt en onvrede brengt.
De praktijk
Het is om meerdere redenen onwenselijk dat de verliezende partij tijdens de mondelinge behandeling in het bijzijn van de tegenpartij te horen krijgt dat hij of zij de zaak verliest. In de eerste plaats zal men zijn of haar emoties moeten inhouden. Je gaat in de rechtszaal immers niet vloeken, schreeuwen of huilen. Daarnaast gaat de verliezende partij bij een mondeling vonnis voor zijn of haar gevoel publiekelijk af. Tenslotte is de verliezende partij niet altijd (voldoende) voorbereid op een eventuele negatieve uitspraak.
Het is daarom van belang dat niet alleen gekeken wordt of een zaak zich in het algemeen leent voor een mondeling vonnis, maar tevens naar de soort zaak en de verstandhouding tussen partijen. Indien partijen een doorlopende relatie/rechtsverhouding hebben, omdat zij familie of buren zijn, of omdat zij een doorlopende overeenkomst zijn aangegaan, zoals een arbeidsovereenkomst, of de zaak om welke reden dan ook emotioneel beladen is, dient mijns inziens per definitie niet gekozen te worden voor mondeling vonnis.
Daarnaast kleven er ook procesrechtelijke nadelen aan het mondelinge vonnis.
Hoewel een mondeling vonnis minder uitgebreid hoeft te zijn dan een schriftelijk vonnis, zullen de gronden van de beslissing, waaronder begrepen de feiten waarop de beslissing rust moeten worden vermeld. Dit betekent dat de rechter hierover reeds voor de mondelinge behandeling al goed moet hebben nagedacht en voor de mondelinge behandeling wellicht al een opzetje moet hebben gemaakt voor het uit te spreken vonnis.
De mondelinge behandeling is, sinds de schriftelijke repliek en dupliek meer uitzondering dan regel is geworden, bovendien het eerste en enige moment waarop de eisende partij inhoudelijk kan reageren op de feiten en stellingen die door de gedaagde partij zijn aangevoerd bij conclusie van antwoord. De mondelinge behandeling is hierdoor een zeer belangrijk onderdeel van het proces geworden.
Omdat de eisende partij voor de mondelinge behandeling nog niet heeft kunnen reageren op de conclusie van antwoord, kan de rechter zich voor de mondelinge behandeling dus geen volledig beeld vormen van de feiten. Hierdoor is het dus onwenselijk dat de rechter voor die mondelinge behandeling zijn of haar eindoordeel al (in concept) klaar heeft.
Een mondeling vonnis dient vervolgens binnen twee weken na het uitspreken tijdens de mondelinge behandeling schriftelijk te worden bevestigd in een proces verbaal. Dit betekent dat de rechter hoe dan ook zijn uitspraak binnen twee weken schriftelijk moet bevestigen.
Het alternatief
Waarom kunnen rechters in de gevallen waarin zij nu mondeling vonnis wijzen niet gewoon binnen twee weken na de mondelinge behandeling een schriftelijk vonnis wijzen? Die twee weken maken voor de rechtszoekenden echt niet uit. Hetzelfde geldt overigens voor een langere termijn. De rechter dient zich dan echter wel aan die termijn te houden en die termijn niet, zoals nu bijna standaard gebeurt, een aantal maal te verlengen.
De onrust en ontevredenheid over de lange doorlooptijd, komt naar mijn mening ook vooral voort uit het continue verlengen van de beslistermijnen en de onzekerheid over wanneer men uiteindelijk een vonnis kan verwachten. Als de zaak ingewikkeld is, heeft een rechtszoekende er echt wel begrip voor als het vonnis langer op zich laat wachten. Zolang de termijn maar duidelijk vooraf gecommuniceerd wordt en binnen die termijn ook daadwerkelijk vonnis gewezen wordt. De focus dient dan ook niet zozeer te liggen op het versnellen van de doorlooptijd door het wijzen van mondeling vonnis, maar op duidelijkheid en het houden aan afspraken (voorspelbaarheid).
Uiteraard blijft het van belang dat er binnen de Rechtspraak ook gekeken wordt naar verbetering van de doorlooptijden en vergroting van de voorspelbaarheid. Maar daarin is mijns inziens meer te halen, door de interne organisatie en planning van de lokale Gerechten aan te passen.
Zo zou de rechter meer de kans moeten krijgen om direct na de mondelinge behandeling zijn of haar vonnis te schrijven. Als het goed is, heeft de rechter de zaak voor de mondelinge behandeling inhoudelijk immers al goed bestudeerd. Na een half jaar zal hij of zij zich opnieuw in de zaak moeten inlezen. Dit zorgt niet alleen voor extra werk voor de rechtspraak, maar hierdoor kunnen nuances die tijdens de mondelinge behandeling zijn aangebracht door partijen ook verloren gaan.
Daarnaast kan de rechter, wanneer hij of zij direct het vonnis zal kunnen schrijven, ook een reële inschatting maken van de tijd die hij of zij nodig heeft om het vonnis te schrijven, zodat hij of zij partijen ook een reële termijn kan geven waarbinnen hij of zij vonnis zal wijzen.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Op 15 maart 2023 heeft de kantonrechter van de rechtbank Midden Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin een werkgever een werknemer eerst had laat weten de arbeidsovereenkomst te willen verlengen, maar zich vervolgens toch heeft bedacht. De werknemer vond dat de werkgever het aanbod niet had mogen intrekken en stapt naar de rechter.
De casus
Op 1 juni 2021 is werknemer op basis van een jaarcontract in dienst getreden bij werkgever. In een gesprek op 4 mei heeft werkgever aan werknemer laten weten dat het dienstverband na 31 mei 2022 zou worden verlengd. Op 12 mei 2022 heeft werknemer van haar werkgever via DocuSign een door haar ondertekend aanbod gestuurd voor de verlenging van de arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar.
Vervolgens is er op 18 mei 2022 gesproken over de verlenging van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft daarbij verzocht om een vast contract, maar dat wilde werkgever niet. Er is toen toegezegd dat in september 2022 zal worden beoordeeld of het tijdelijke contract alsnog zou worden omgezet in een vast contract. Werknemer voert aan dat zij na deze toezegging alsnog mondeling heeft ingestemd met een verlenging voor bepaalde tijd, per 1 juni 2022. Maar (de directeur van) werkgever betwist dit: werknemer zou niet één keer hebben aangegeven dat zij blij was met het aanbod en dat zij het contract zou gaan tekenen.
Op dezelfde dag, ook op 18 mei 2022, heeft werkgever de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op DocuSign ongeldig gemaakt met als reden ‘verlopen’. Hiervan ontving werknemer een melding van DocuSign. De volgende dag stuurt werknemer aan HR: “Oh damn Jo! Ik ben te laat!!! Zou je het nog eens kunnen versturen?” Op diezelfde dag, 19 mei 2022, heeft werknemer (de directeur van) werkgever in een gesprek op kantoor verteld dat ze zwanger was. Op vrijdag 20 mei 2011 werkte werknemer thuis.
De maandag erna kreeg de werknemer op kantoor te horen dat het aanbod voor verlenging van de arbeidsovereenkomst was ingetrokken, dat de arbeidsovereenkomst op 31 mei 2022 zou eindigen en dat zij tot die tijd op non-actief werd gesteld.
De werknemer laat het er niet bij zitten en stapt naar de rechter. Zij vordert primair nakoming van de (verlengde) arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en betaling van haar salaris vanaf 1 juni 2022, te vermeerderen wettelijke verhoging en wettelijke rente. Subsidiair vordert ze een schadevergoeding, omdat de werkgever onrechtmatig heeft gehandeld door in strijd met de gelijke behandeling van mannen en vrouwen de arbeidsovereenkomst na 1 juni 2022 niet te verlengen.
Overeenkomstenrecht
Om te beoordelen of de arbeidsovereenkomst na het einde van de oorspronkelijke looptijd is doorgelopen of niet heeft de kantonrechter in de eerste plaats gekeken of vastgesteld kan worden of er op 18 mei 2022, dus voor de intrekking van het aanbod, al een overeenkomst tot stand is gekomen. Een overeenkomst, en dus ook een arbeidsovereenkomst, komt tot stand door aanbod en aanvaarding. Dit kan mondeling of schriftelijk gebeuren. De kantonrechter heeft daarbij geoordeeld dat niet kan worden vastgesteld dat er tijdens het gesprek op 18 mei al een aanvaarding van het op 12 mei 2022 door de werkgever gedane aanbod heeft plaatsgevonden. Het was immers het woord van de werknemer tegen het woord van de werkgever.
Hoewel een aanbod in beginsel ingetrokken kan worden, zolang het niet aanvaard is, oordeelde de kantonrechter uiteindelijk toch dat de werkgever als goed werkgever het aanbod in dit specifieke geval niet had mogen intrekken.
Arbeidsrecht
De kantonrechter heeft daarbij overwogen dat de werkgever het aanbod op woensdag 18 mei aan het einde van de dag, dus vóórdat werkgever wist dat werknemer zwanger was, weliswaar het aanbod ongeldig heeft gemaakt, maar dat de werkgever pas op 23 mei 2022 aan de werknemer heeft
De kantonrechter heeft daarbij overwogen dat de werkgever het aanbod op woensdag 18 mei aan het einde van de dag, dus vóórdat werkgever wist dat werknemer zwanger was, weliswaar het aanbod ongeldig heeft gemaakt, maar dat de werkgever pas op 23 mei 2022 aan de werknemer heeft laten weten dat het aanbod was ingetrokken en de werknemer ook toen pas op non-actief heeft gesteld.
Volgens de kantonrechter had de werknemer niet uit de automatisch gegenereerde melding op 18 mei 2022 van DocuSign dat het document ongeldig was verklaard omdat het was verlopen kunnen afleiden dat de werkgever haar aanbod had ingetrokken, temeer omdat de werknemer op en na 18 mei 2022 in de veronderstelling gelaten dat de verlenging een feit was.
Als de werkgever al op 18 mei 2022 had besloten het aanbod definitief in te trekken, had het in de rede gelegen dat werknemer hiervan in het gesprek op 19 mei 2022 op de hoogte was gebracht. Dat heeft werkgever niet gedaan. Door dit pas op 23 mei 2022 te doen, nadat werkgever wist van de zwangerschap, bestaat het vermoeden dat werkgever het aanbod tot verlenging van de arbeidsovereenkomst heeft ingetrokken vanwege haar zwangerschap. Onder deze omstandigheden stond het werkgever dus niet vrij om het aanbod in te trekken.
Omdat de werknemer het aanbod heeft aanvaard, is er met ingang van 1 juni 2022 een verlenging van de arbeidsovereenkomst tot stand gekomen voor de duur van één jaar en heeft de kantonrechter de vordering tot doorbetaling van het loon vanaf 1 juni 2022 dan ook toegewezen. De volledige uitspraak kunt u hier teruglezen.
Goed werkgeverschap
Op basis van artikel 7:611 BW dient een werkgever dient zich te gedragen als een goed werkgever. Goed werkgeverschap is een fundamenteel onderdeel van het arbeidsrecht en wordt vaak als vangnet gebruikt wanneer een gedraging van de werkgever niet onder een ander artikel geschaard kan worden. Alles wat een werkgever doet, kan in strijd zijn met goed werkgeverschap.
Het goed werkgeverschap is omgeven door rechtspraak. De jurisprudentie verandert steeds en juist in een specifiek geval, is een specifieke aanpak nodig. Het is daarom altijd verstandig om bij een dreigend conflict eerst advies in te winnen bij een van onze advocaten.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Veel vrouwen, maar ook mannen, krijgen er mee te maken: grensoverschrijdend gedrag. Maar wanneer is er sprake van grensoverschrijdend gedrag en wat kunnen de gevolgen zijn als een collega zich daaraan schuldig maakt? Zoals de naam al impliceert, moet er sprake zijn van een grens die overschreden is. Maar hoe wordt die grens bepaald?
Wanneer is er sprake van grensoverschrijdend gedrag en wat kunnen de gevolgen zijn?
Daarover heeft de kantonrechter in Eindhoven op 10 februari 2022 uitspraak gedaan. In de zaak die speelde heeft een mannelijke collega tijdens een personeelsfeest tegen een vrouwelijke collega opmerkingen gemaakt over verkrachten. De vrouwelijke collega reageerde heftig op die opmerking en liep weg. Later die avond liep de mannelijke collega naar de vrouwelijke collega toe, gaf haar een kneep in de billen en zei iets in de trant van “dat was maar een grapje straks”. De mannelijke collega is vervolgens op staande voet ontslagen, nadat de vrouwelijke collega een klacht bij de werkgever had ingediend.
In het arbeidsrecht geldt dat iedere situatie op zichzelf wordt beoordeeld en daarbij moeten alle specifieke omstandigheden worden meegewogen. In het betreffende geval was sprake van een werkrelatie, maar het incident vond plaats tijdens een feest en niet op kantoor. Daarnaast gingen de desbetreffende collega’s vriendschappelijk met elkaar om, ook buiten werktijd en zaten ze samen in een appgroep.
Bovendien was de sfeer tijdens het bedrijfsfeest los en hebben de mannelijke collega en de vrouwelijke collega samen gedanst en is tijdens de avond gesproken over het feit dat de vrouwelijke collega een thesis aan het schrijven was over een zeer expliciet seksueel thema.
Geen reden voor ontslag op staande voet
De kantonrechter heeft, rekening houdend met al deze omstandigheden, geoordeeld dat een opmerking over verkrachting ongepast is, maar dat deze opmerking niet los gezien kan worden van de context van het gesprek en de rest van de avond.
De kantonrechter oordeelde verder dat uit de reactie van de vrouwelijke collega duidelijk moet zijn geweest dat hij hiermee te ver was gegaan. Door haar dan later op de avond ook nog eens in de bil te knijpen, heeft de mannelijke collega ongepast en aldus verwijtbaar gehandeld.
Hoewel de kantonrechter oordeelde dat het gedrag van de mannelijke collega ongepast was, vond de kantonrechter dit geen reden voor ontslag op staande voet. De kantonrechter overwoog daarbij dat niet valt in te zien dat de werkgever niet een andere arbeidsrechtelijke sanctie had kunnen opleggen.
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie
Ontslag op staande voet is de zwaarste sanctie die er in het arbeidsrecht opgelegd kan worden. De werknemer raakt immers van de ene op de andere dag zijn baan kwijt en kan bovendien geen aanspraak maken op een WW uitkering. Een werkgever mag daarom enkel overgaan tot ontslag op staande voet, als niet van hem of haar verlangd kan worden dat de werknemer nog 1 dag langer in dienst blijft. De lat ligt dus erg hoog.
De werkgever heeft voorts een (voorwaardelijk) ontbindingsverzoek ingediend, in de hoop dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst alsnog zal beëindigen. Er is een kans dat de kantonrechter dit wel zal honoreren. De toetsingsnormen voor ontbinding door de kantonrechter zijn immers anders dan voor ontslag op staande voet. De kantonrechter moet nog op dit verzoek beslissen.
Ontvangt u als werkgever een klacht over grensoverschrijdend gedrag? Laat u dan goed adviseren en neem de juiste stappen om dit in de toekomst te voorkomen. Dat kan u later een hoop kosten en vervelende procedures besparen.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Mr. M. Breedveld
Advocaat
Als u een Rechtsbijstandverzekering afsluit, heeft u allerlei keuzes. U kunt behalve de verzekeraar ook zelf de omvang van de dekking kiezen.
Kies verstandig
Een ondernemer loopt andere risico’s dan een particulier en iemand die belegt, loopt andere risico’s dan iemand die zijn geld op de bank laat staan. Er zijn daarom diverse algemene dekkingen voor bedrijven en particulieren, dekkingen voor inkomen, wonen, verkeer en vermogen.
Zorg er – om verrassingen te voorkomen – voor dat u voor zichzelf in kaart brengt wat uw eventuele risico’s zijn en zorg dat u voor u de juiste dekking kiest.
Dekking wijzigen
Over het algemeen kunt u altijd de dekking van uw verzekering wijzigen. Denk als uw situatie wijzigt dus altijd goed na of de door u gekozen dekking in uw nieuwe situatie voldoende dekking geeft en pas uw verzekering aan, indien dat nodig is.
Uitsluitingsgronden
Sommige conflicten zijn in de polisvoorwaarden uitgesloten van dekking. Zo is echtscheiding bij veel verzekeraars niet verzekerd.
Bij het aangaan of wijzigen van de dekking van je verzekering worden bestaande conflicten altijd uitgesloten van dekking. Daarnaast hanteren sommige rechtsbijstandverzekeraars een overgangsperiode, in die zin dat conflicten die ontstaan in de eerste weken of maanden na het aangaan of wijzigen van de verzekering tevens worden uitgesloten.
Ten slotte hebben veel rechtsbijstandverzekeraars in hun polisvoorwaarden opgenomen dat er “een redelijke kans van slagen” moet zijn. Over die redelijke kans van slagen ontstaat nogal eens discussie.
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Redelijke kans van slagen
De rechtbijstandverzekeraar zal uw zaak altijd beoordelen op de kans van slagen en u ontmoedigen om een zaak op te starten die weinig tot geen kans van slagen heeft. Als naar het oordeel van de rechtsbijstandverzekeraar er geen redelijke kans van slagen van een procedure is, dan zal de dekking voor dat geschil zelfs geheel worden geweigerd. Het is mogelijk dat de rechtsbijstandverzekeraar ten onrechte tot de conclusie komt dat er geen redelijke kans van slagen is. Vaak zult u daar in ieder geval zelf anders over denken. Probleem is daarbij natuurlijk dat u als niet jurist dat vaak zelf moeilijk kunt beoordelen. Wat is dan wijsheid?
Second opinion
Weigert uw rechtsbijstandverzekering om de kosten voor rechtsbijstand te betalen, omdat zij van mening is dat uw zaak geen redelijke kans van slagen heeft, dan heeft u op kosten van de rechtsbijstandverzekering recht op een second opinion door een advocaat van uw keuze.
Een advocaat beoordeelt de zaak geheel onafhankelijk van de rechtsbijstandverzekeraar. Wij doen dit als kantoor ook regelmatig. Het komt geregeld voor dat er wel degelijk een redelijke kans van slagen blijkt te zijn terwijl de rechtsbijstandverzekeraar daar anders over dacht. Het loont dus zeker de moeite om een second opinion door een advocaat te laten uitbrengen.
Wij hebben ruime ervaring in het schrijven van second opinions en kunnen u helpen om uw juridische kosten alsnog vergoed te krijgen.
Mr. A.J. Flipse
Mr. A.J. Flipse is gespecialiseerd in (complexe) aansprakelijkheidskwesties, onder meer op het gebied van aansprakelijkheid van architecten, constructeurs, aannemers en opdrachtgevers in de bouw.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Mr. M. Breedveld
Advocaat
Heeft u een rechtsbijstandverzekering en heeft u een juridisch geschil waarin (waarschijnlijk) geprocedeerd moet worden, dan mag u zelf bepalen welke advocaat uw zaak voor u gaat behandelen.
De Rechtsbijstandverzekering
Een rechtszaak kan heel wat kosten en hoewel we er allemaal van uit gaan dat we daar niet mee te maken krijgen, wordt je soms ongewenst toch betrokken in een juridisch geschil. Je kunt je daarvoor verzekeren middels een rechtsbijstandverzekering. De rechtsbijstandverzekering is een schadeverzekering, die de kosten voor rechtsbijstand dekt.*
Rechtsbijstandverzekering wil zaak zelf afhandelen
Rechtsbijstandsverzekeraars hebben vaak zelf juristen in dienst en willen uw zaak in eerste instantie het liefst door deze juristen laten afhandelen. Dat bespaart de rechtsbijstandverzekering.
Deze juristen zijn echter niet altijd advocaten en daarom ook niet altijd bevoegd om iedere zaak namens u bij de rechter te bepleiten. Hierdoor kan het zijn dat de jurist van de rechtsbijstandverzekering u in de loop van het geschil zal doorverwijzen naar een (externe) advocaat. Ook kan het zijn dat de zaak een meer gespecialiseerde advocaat vereist waarover de rechtsbijstandverzekering niet zelf beschikt.
Daarnaast kan het vanwege de afstand soms lastig zijn om een fysieke afspraak met een jurist van de rechtsbijstandverzekeraar te krijgen, omdat het kantoor van rechtsbijstandverzekeraar niet altijd in de buurt zit en/of de jurist daartoe geen aanleiding ziet.
Heeft u vragen?
OF VRIJBLIJVEND ADVIES NODIG?
Direct uitbesteden aan een advocaat van uw keuze heeft veelal de voorkeur
Om te voorkomen dat u in de loop van een geschil zult moeten overstappen naar een advocaat die voor u een procedure kan opstarten kan het voor u voordeliger zijn om uw zaak direct onder te brengen bij een externe advocaat.
De (externe) advocaat kan dan ook direct samen met u een stappenplan opstellen, zodat vooraan in het proces weet wat u kunt verwachten en niet voor verassingen zult komen te staan.
Het voordeel van een externe advocaat is bovendien dat u zelf een advocaat kunt kiezen. U kunt dan kiezen voor en advocaat die gespecialiseerd is in het rechtsgebied waar uw zaak over gaat. Ook kunt u dan kiezen voor een advocaat die enigszins bij u in de buurt gevestigd is.
Daarenboven kunt u de kans op succes in een eventuele latere procedure vergroten of zelfs een procedure voorkomen wanneer u in de voorbereidingsfase de juiste juridische keuzes maakt en zaken goed laat vastleggen.
Ten slotte heeft een rechtsbijstandverzekeraar andere belangen dan u, aangezien de rechtsbijstandverzekeraar bij voorkeur zo min mogelijk kosten wil maken. De rechtbijstandverzekeraar zal zodoende eerder geneigd zijn u vooral ook op de risico’s van een procedure te wijzen. Een externe advocaat heeft dat belang niet. Deze advocaat staat immers geheel los van de rechtsbijstandverzekeraar.
Recht op vrije advocaatkeuze bij juridische procedure
Rechtsbijstandverzekeringen proberen veelal te voorkomen dat u kiest voor een advocaat van uw keuze, maar zijn daarbij tot tweemaal toe op de vingers getikt door het Europese Hof van justitie.
In 2013 heeft het Hof van Justitie reeds bepaald dat er in ieder geval recht is op vrije advocaatkeuze in het geval er sprake is van een procedure. Daarbij heeft het Europese hof bepaald dat het niet uitmaakt of dit een procedure is bij de rechtbank of een administratieve procedure, zoals een bezwaarschriftprocedure, dan wel een arbitrageprocedure.
Recht op vrije advocaatkeuze tijdens onderhandelingsfase
Omdat het in de zaak waarin het Europese hof aanvankelijk uitspraak deed ging om een (lopende) procedure, heeft het Europese hof zich daarin niet uitgesproken over de fase voordat de procedure werd opgestart.
Veel rechtsbijstandverzekeraars stelden zich daarom op het standpunt dat voor de voorbereidingsfase en/of de onderhandelingsfase geen vrije advocaatkeuze gold, althans dat zij de kosten van een (externe) advocaat niet dekken als er (nog) niet geprocedeerd wordt.
Op 14 mei 2020 heeft het Europese Hof echter een uitspraak gedaan waaruit volgt dat het begrip gerechtelijke procedure ook betrekking heeft op de fase(n) voorafgaande aan een procedure.
Hoewel de zaak betrekking had op een Belgische zaak en betrekking heeft op Belgische wetsartikelen, geldt de uitleg die het Europese Hof geeft aan het begrip “gerechtelijke procedure” ook voor Nederland, aangezien het Europese Hof in deze uitspraak heeft overwogen: “Elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie, zelfs een voorafgaande fase, moet dus worden geacht onder het begrip “gerechtelijke procedure” te vallen in de zin van artikel 201 van richtlijn 2009/138”
Wacht niet te lang en wend u direct tot een advocaat
Op basis van deze overweging van het Europese Hof heeft u al heel snel recht op een advocaat naar eigen keuze. Immers, ieder juridisch geschil kan uitmonden in een procedure.
Heeft u een arbeidsgeschil of heeft uw werkgever u gedreigd om u te ontslaan? Weigert uw client uw facturen te betalen of heeft uw aannemer ondeugdelijk werk verricht en wilt u hem daarvoor aansprakelijk stellen. Meld dan direct bij het melden van het geschil bij uw rechtsbijstandverzekering dat u bijgestaan wilt worden door een advocaat van uw eigen keuze.
Indien de rechtsbijstandverzekeraar de zaak niet wil uitbesteden, kunnen wij u op uw verzoek ondersteunen bij het contact met de rechtsbijstandverzekeraar en voor u onderbouwen waarom u recht heeft om zelf uw advocaat te kiezen. Wij hebben als kantoor ruimschoots ervaring met het behandelen van zaken die door een rechtsbijstandverzekering bekostigd worden.
Mr. A.J. Flipse
Mr. A.J. Flipse is gespecialiseerd in (complexe) aansprakelijkheidskwesties, onder meer op het gebied van aansprakelijkheid van architecten, constructeurs, aannemers en opdrachtgevers in de bouw.
* De polisvoorwaarden bepalen exact welke kosten gedekt zijn. Het kan zijn dat bepaalde geschillen zijn uitgesloten van de verzekering.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat
Mr. M. Breedveld
Advocaat