De geheimhoudingsplicht van de notaris bij erfrechtkwesties
De notaris en zijn medewerkers zijn op grond van artikel 22 van de Wet op het Notarisambt gehouden aan een wettelijke geheimhoudingsplicht. Ook in erfrechtkwesties speelt de geheimhoudingsplicht van de notaris een rol. Na het overlijden van degene die een notariële akte bij de notaris heeft verleden, blijft de notaris immers gehouden aan zijn of haar geheimhoudingsplicht. Deze regel geldt om ervoor te zorgen dat de toevertrouwde informatie van de overledene niet zomaar gedeeld wordt met de nabestaanden en de notaris zich zal (moeten) kunnen verschonen. Toch kan het voor u relevant zijn om informatie via de notaris te verkrijgen, bijvoorbeeld als u twijfelt aan de geldigheid van het testament omdat u meent dat de overledene op het moment van het maken van het testament niet wilsbekwaam was.
De geheimhoudingsplicht van een notaris is niet absoluut. De geheimhoudingsplicht kan doorbroken worden. Zo is het in bepaalde gevallen verplicht om aan de belastingdienst, politie en justitie informatie te verstrekken over het betalingsverkeer dat via zijn rekening verloopt en heeft de notaris zelfs een meldingsplicht voor ongebruikelijke transacties ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Ook in het erfrecht zijn er mogelijkheden om toch de benodigde informatie te verkrijgen en/of de geheimhoudingsplicht te doorbreken.
Informatie over de wijze waarop en de omstandigheden waaronder een testament is verleden
De notaris heeft op basis van de wet een bijzondere zorgplicht en dient er op basis van die zorgplicht voor te waken dat iemand die een testament tekent, begrijpt wat het testament inhoudt en de inhoud ook zelf wil/wilsbekwaam is. Om dat vast te stellen is door de KNB een stappenplan ontwikkeld. Het is van belang om te weten of de notaris het stappenplan heeft gevolgd.
Daarnaast is het van belang om te weten hoe het testament tot stand is gekomen. Heeft degene die het testament heeft getekend zelf contact opgenomen met de notaris om een testament op te laten stellen of heeft een ander dat gedaan? En hoe is het concept voor het testament gestuurd? Is het per post gestuurd of per email? En naar wie is het concept verstuurd? Is het naar diegene zelf gestuurd of naar een ander? Dit zijn allemaal vragen die van belang kunnen zijn wanneer u het testament nietig zou willen laten verklaren wegens wilsonbekwaamheid.
De notaris die het testament heeft opgesteld dient, op basis zijn zorgplicht, aantekeningen te maken in zijn dossier en zou aan de hand van zijn dossier duidelijkheid moeten kunnen scheppen over de totstandkoming van het testament.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft in haar uitspraak van 28 april 2020 bevestigd dat conform vaste rechtspraak de geheimhoudingsplicht van een notaris zich in het algemeen niet uitstrekt tot de wijze waarop een notaris te werk gaat. Voor een notaris is het zeer wel mogelijk om de gang van zaken die geleid heeft tot het tot stand komen van een akte (in dit geval een akte van volmacht en een akte wijziging huwelijkse voorwaarden) en de wijze waarop hij zich een oordeel heeft gevormd over de wilsbekwaamheid van een cliënt uiteen te zetten, zonder zijn geheimhoudingsplicht te schenden. Dat betekent dat u als belanghebbende recht kunt hebben op deze informatie en dat de notaris die informatie niet zomaar mag weigeren te geven.
Informatie door derden gegeven
De geheimhoudingsplicht ziet op de informatie die door degene die het testament heeft opgemaakt is gegeven en niet op informatie die door derden is gegeven aan de notaris. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 7 december 2022 een uitspraak gedaan, waarin dit bevestigd is (C/13/724257 / KG ZA 22-906). Het hof oordeelde ten aanzien van een e-mail die in het dossier zou zitten dat het redelijkerwijs uitgesloten is dat deze e-mail te gelden heeft als door de overledene aan de notaris toevertrouwd, omdat in de procedure was komen vast te staan dat de overledene niet over een e-mailaccount beschikte. Een toelichting waarom deze e-mail desondanks onder de geheimhoudingsplicht van een notaris viel, was bovendien uitgebleven.
Voorlaatste testament
Om vast te stellen of u een (zwaarwegend) belang heeft bij vernietiging van een testament wegens wilsonbekwaamheid, is van belang of er eerder een testament is gemaakt en zo ja, wat de inhoud was van dat testament. Immers, wanneer u ook in het voorlaatste testament was onterfd, heeft het geen zin om een procedure te starten om het laatste testament nietig te verklaren. Het doel om alsnog erfgenaam te worden, zal dan immers niet worden behaald.
Of er eerder een testament opgemaakt is, zal blijken uit het uittreksel van het Centraal Testamenten Register. Dit uittreksel kunt in beginsel zelf opvragen, als u beschikt over de overlijdensakte.
De notaris die het voorlaatste testament heeft verleden, kan zich echter beroepen op zijn geheimhoudingplicht. De notaris mag immers niet aan iedereen die een afschrift van het testament vraagt zomaar een afschrift verstrekken.
Op basis van artikel 49 lid van de wet op het notarisambt geeft de notaris enkel afschriften van akten aan partijen bij de akte, aan degenen die een recht ontlenen aan de akte en aan degenen die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak hebben verloren. Aan een herroepen testament kunnen in beginsel geen rechten worden ontleend, tenzij vast komt te staan dat het later verleden testament nietig is. Hierdoor valt het voorlaatste testament onder de geheimhoudingsplicht van de notaris, zolang niet vast staat dat het later verleden testament nietig is.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam heeft op 17 juni 2021 een uitspraak gedaan, waarin hij oordeelde dat de geheimhoudingsplicht van de notaris onder bijzondere omstandigheden kan worden doorbroken. In dit geval omdat er sprake was van een zwaarder wegend belang, namelijk het redelijke vermoeden van de familie dat degene die het testament had opgemaakt wilsonbekwaam was op het moment van het opstellen van het laatste testament. Hierbij is van belang dat er een begin van medisch bewijs kon worden overlegd. Was dit begin van medisch bewijs niet aanwezig, dan had de voorzieningenrechter waarschijnlijk anders geoordeeld. De inzage in het voorlaatste testament was volgens de voorzieningenrechter gerechtvaardigd om verdere procedures te voorkomen.
Overigens heeft de voorzieningenrechter hierbij overwogen dat alleen een afschrift van het voorlaatste testament hoeft te worden afgegeven als de neven en nichten ook in dit voorlaatste testament als belanghebbende zijn genoemd.
Onze advocaten
Ons kantoor behandelt met specialistische juridische deskundigheid uiteenlopende juridische kwesties.
Mr. R.E. Izeboud
Advocaat
Mr. A. J. Flipse
Advocaat
Mr. A.M.C.C. Verblackt
Advocaat